dinsdag, maart 18, 2008

Vernissage - Indruk Uitdruk = 29-02-2008



Enkele sfeerbeelden van de vernissage van onze tentoonstelling "Indruk Uitdruk" en de inleidende tekst van Leon Smets om nog even na te genieten van deze mooie avond.


De tentoonstelling loopt nog tot 11 april 2008.


INDRUK, UITDRUK
PBE, vrijdag 29 februari

Voorstellen en danken van muzikanten: Patricia Leyssens, Maarten Thiry en Sigi Thewis.

Beste Reinhilde, Jan, Ludo, Jacques, familieleden, vrienden en sympathisanten,

Vanavond en tot 11 april zijn vier grafische kunstenaars te gast in de ruimte van de PBE.
Reinilde Pals, Jan Smets, Ludo Vanroy en Jacques Debroux hebben gemeen dat ze zich artistiek uitdrukken door middel van grafische technieken; dat ze hun opleiding hebben genoten aan de stedelijke Kunstacademie ‘de Lei’ in Leuven, in het bijzonder in het atelier vrije grafiek van Paul van Eyck, en dat ze alle vier intens en vol overgave met hun grafisch werk bezig zijn. Bezig zijn is wat zwakjes uitgedrukt. Bij de persoonlijke kennismaking kon ik vaststellen hoe ieder van hen met gedrevenheid, rusteloze creativiteit en het voortdurend aftasten van de mogelijkheden van de soms complexe druktechnieken, zijn of haar eigen weg gaat. Want ondanks hun gezamenlijke grafische roots in de klas van Paul Van Eyck, is hun werk zeer verschillend en zeer persoonlijk. Dat zegt iets over hun artistieke rijpheid, en dat zegt eveneens iets over de gedegen opleiding die ze hebben meegekregen en die hen de mogelijkheid verschaft heeft om als kunstenaar verder te evolueren.

Twee van hen maken uitgesproken figuratief werk, de twee anderen hoofdzakelijk abstract, zoals u tijdens uw eerste verkenning heeft kunnen vaststellen. Sta me toe samen met u de werken van wat naderbij te verkennen. Ik gebruik bewust de term verkennen; beschouw me als niets anders dan een verkenner, en niet als een kenner. Men heeft míj nu eenmaal de sleutel voor vanavond in de handen gestopt en ik word daarmee geacht deuren te openen. Ik kan u niets beloven. Misschien geraak ik niet verder dan wat morrelen aan de deur, of kijken door het sleutelgat. Laat ik het zo stellen: ik hoop dat ik de deur, die u toegang verschaft tot interpretatie en kunstzinnig genot, op een kier kan zetten zodat u vervolgens zelf kunt binnendringen in de wereld en het werk van de kunstenaar, en er mee in dialoog te treden.






We staan hier voor een hoge wand met het meer monumentale werk van Jan Smets. Jan toont op deze tentoonstelling uitsluitend etsen in zwart-wit, op één kleiner werk in kleur na. Als ik het zo bekijk lijkt het wel een wand in een kerk, met krachtig geëtste voorstellingen van figuren die op een directe manier het menselijk lijden, het afzien uitdrukken. Enkele dagen geleden was ik in de abdij van Male bij Brugge, waar tegen de witte wanden van de moderne kapel de getekende kruiswegstaties van Servaes boven elkaar hingen. In die tijd veroorzaakten ze schandaal, afkeer en vooral verzet. Men vond de lijdensvoorstellingen te aanstootgevend voor eenvoudige zielen, te dramatisch en te wrang. Intussen zijn we al veel meer gewoon. Maar toch bezitten déze etsen de kracht om ons aan te grijpen. Want alhoewel deze onderaan een duidelijke bijbelse connotatie heeft, confronteert Jan ons met het universele thema van het fysieke en existentiële lijden van de mens zelf, en wel op een zeer directe manier. Hij heeft immers zijn inspiratie niet geput bij Servaes en andere kunstenaars, maar direct uit het leven zelf. Het Leven Zelf en zijn eigen gevoelens. Wellicht is dat wel de sleutel om Jans werk te vatten en te waarderen. De uitgemergelde, angstige, lijdende of berustende mens: het zijn de impressies die Jan in zijn ziel heeft opgeslagen, onder andere tijdens zijn langdurig verblijf in Indië, waar hij geleefd heeft tussen de misdeelden, waar hij mensen zag sterven, uitgestrekt liggend op een armtierige stootkar langs de straat. En in zijn prille jeugd in zijn geboorteplek Scherpenheuvel waren uitgemergelde mensen op ziekbedden een haast dagelijks gezicht. “Dat heeft me als kind sterk aangegrepen en die beelden draag ik nog altijd in mij mee, ze duiken nog steeds op in mijn verbeelding” heeft hij me ooit toevertrouwd. Ik bekijk deze werken hier als grote ecce homo en ex voto’s, die tot medelijden oproepen met het menselijk leed en tegelijk iets meegeven over de kwelling die de maker zelf ondervindt.
Over Jans’ grafisch werk schreef een journalist ooit “Jan Smets koppelt sterke zeggingskracht en hallucinante verbeelding aan een ragfijne techniek. Zijn verbeeldingstaal doet denken aan Bosch, Rops en Ensor”. Nu ja, sterke verbeeldingskracht en ragfijne techniek: daar kun je inderdaad niets op afdingen als je de werken in deze tentoonstelling bekijkt. De etstechniek wordt op een meesterlijk secure wijze toegepast, ook op groot formaat. Maar die Bosch, Rops en Ensor-referenties, is dat niet een journalistieke overdrijving? Die journalist heeft trachten uit te drukken wat elke geïnteresseerde in dit werk niet kan ontgaan, namelijk dat deze prenten ons onomwonden confronteren met de mysteries en met de oerkrachten van ons bestaan. Met eros en thanatos, met mystiek en taboes, met de onbereikbaarheid van de liefde, met de donkere, soms hallucinante aspecten van de condition humaine, en wat de mens van de wereld gemaakt heeft door hoogmoed, eigenwaan, overheersingsdrang. Zoals Bosch, Rops, Ensor en ook Goya het eveneens gebracht hebben, als chroniqueurs en critici van hun tijd, met grimmigheid, maar tegelijkertijd met ironie en spot, én met betrokkenheid: zij weten dat ze deel uitmaken van déze wereld en het is de humor die tot enige mildheid kan bewegen, zoniet de reddingsboei kan zijn uit hun wanhoop. Daarnaast spreekt er uit de werken van Jan een mateloze fascinatie voor de natuur en voor andere beschavingen. Thema’s als de vruchtbaarheid, het groeien van de planten, Boeddhistische tempels en pagodes keren in talrijke prenten terug. Daardoor krijgen ze een meditatief karakter.


Vergeleken met de etsen van Jan Smets lijkt de wereld die Jacques Debroux oproept er een van helderheid en lichtheid; er is meer wit aanwezig en de etsen zijn meestal gehoogd met zachte kleuren. Ofschoon de prenten vol dynamiek zitten, is het geen luide wereld: zijn prenten zijn bevolkt met menselijke wezens die niet spreken met elkaar; ze hebben vaak geen mond of slechts een strakke lijn. De menselijke figuren zijn soms gemaskerd of met zwachtels ingebonden. Alle onderling contact lijkt moeilijk, zoniet onmogelijk. Zij lijken zwijgzaam te ondergaan, het leven overkomt hen. Soms zweven ze. Maar gaat het niet om een ondraaglijke lichtheid? Wat is er aan de hand? Het lijkt wel of de mensen dwalen tussen de schijnbaar alledaagse omgeving van trappen, stoelen, kasten. In sommige prenten lijkt een sfeer van onbestemde dreiging te heersen, van isolement en eenzaamheid. Speelt zich hier een grimmig sprookje af? Zeker en vast in het bekende roodkapje verhaal, ginder boven, waar Jacques een geheel persoonlijke grafische interpretatie heeft aan gegeven. Jacques werkt met geraffineerde beelden en vervreemdende constructies en toevoegingen. Hij heeft een eigen wereld en een eigen grafische taal gecreëerd. Zijn inspiratie is het dagelijkse leven, dat verdwaald geraakt in de Grote Verhalen uit de Grote Boeken van diverse culturen. Voor zijn vertelling heeft hij een eigen visuele taal opgebouwd, een beeldenalfabet als het ware, met motieven die vaak naar oervormen verwijzen, en doorheen onze cultuurgeschiedenis opnieuw opduiken: de ontdubbeling van de persoon, schaduwen, maskers, vogels, figuren met hoorns. Jacques Debroux is een meester in zowel de compositie als de lijnvoering. Zijn composities zijn zeer zorgvuldig samengesteld en uitgebalanceerd. Zijn lijnvoering is krachtig en direct, spontaan en levendig, en de kleuren brengen evenwicht. Hij is een tekenaar pur sang, al van kindsbeen af. Hij begint met losse schetsjes die als basis dienen van zijn werk en die vervolgens verder worden uitgewerkt in een schetsboek. Die schetsjes kunnen uit elke mogelijke bron komen, en zijn vaak het resultaat van associaties. Vanuit die schetsboeken wordt dan het eigenlijke werk gerealiseerd. De werken die hier tentoongesteld zijn hebben altijd de ets als basis, waarop dan werd verdergegaan met monotypie, met kleur rechtstreeks op de plaat. Het resultaat oogt beweeglijk en direct, neergezet zoals iemand die schrijft of dicht.



De poëzie was de eerste artistieke roeping van de derde kunstenaar, Ludo Vanroy, die van vorming ingenieur thermotechniek is. Op deze tentoonstelling leren we hem vooral kennen als een kleurenmens, die zich uitdrukt in monotypes, vrije zeefdrukken die sterk aanleunen bij de schilderkunst. Kunstkenners zullen er de term ‘lyrisch abstract’ op kleven. Zijn werken geven een spontane, dynamische en volledige bevrijde indruk. Vele van zijn werken zijn ontstaan uit zijn fascinatie voor wetenschap en technologie, en uit zijn filosofische vragen errond. Over technologische innovaties, processen die de geest bezighouden en waarvan we de verdere ontwikkelingen, de eindeloze mogelijkheden nog niet geheel kunnen vatten. Newton en Einstein, kwantummechanica, nieuwe wetenschappelijke theorieën: zij vormen zijn inspiratiebron en uitgangspunt. In de geest en de handen van Ludo Vanroy worden zij poëzie, beweging, compositie, kleur. De zeefdruk is hiervoor zijn geprefereerd medium, in het bijzonder de monotypie, waarbij elk werk een uniek drukexemplaar is. Die techniek past hij op een complexe manier toe, door de eerste afdruk één of meerdere malen met transparante of dekkende verven te overdrukken, en waarbij bepaalde zones kunnen uitgespaard blijven of gedrukte verf soms gedeeltelijk wordt weggehaald. Als u goed kijkt zult u merken dat in sommige monotypes collages zijn verwerkt en de structuur van de zeef mee een rol speelt in het eindresultaat. In de wetenschap zijn zowel het toeval als het experiment factoren die het eindresultaat kunnen bepalen. Zo ook in de werkwijze van Ludo, meer bepaald door het bewust aanvaarden dat achtergebleven residu’s van voorgaande drukgangen op de zeef gaan meespelen in de nieuwe compositie, zodat het eindresultaat niet altijd 100% voorspelbaar wordt, nadat de verf met de rakel over de zeef is getrokken. Zo zal het resultaat de kunstenaar en dus ook de toeschouwer, steeds verrassen. Zoals u wellicht al gemerkt heeft, speelt het experimenteren zich steeds af in een vierkant vlak, binnen een afgebakend speelveld. Daardoor worden de thema’s beheersbaar, overzichtelijk en bevattelijk, thema’s uit wetenschap en technologie zoals membranen, krachten, gravitatie, repetitieve beweging. Maar ook de historische, politieke en sociale realiteit grijpt hem aan, getuige de reeksen rond de gebeurtenissen in de Balkan.




In het werk van Reinhilde Pals komen de ets en de zeefdruktechniek samen. Dikwijls gebruikt ze de twee technieken gelijktijdig. Ze experimenteert voortdurend. De etstechniek biedt haar de mogelijkheid om meer gevoel te kunnen leggen in de grafische uitwerking, de zeefdruk of monoprint laten toe met kleurcontrasten of kleurschakeringen en verfijnde transparanties te werken. Reinhilde is een vroege artistieke roeping. Maar zoals meestal gebruikelijk in die tijd, werd ze geacht eerst een ‘bruikbaar’ diploma te halen. Ze koos voor binnenhuisontwerp. Daar merkten de leerkrachten al snel haar artistieke talenten op en moedigden haar aan om op die weg voort te gaan. Ze gaf een tijd les in beeldende opvoeding aan de lerarenopleiding, tot ze zich, exact één dag naar haar oppensioenstelling, inschreef als student in de richting vrije grafiek, in de klas van Paul Van Eyck. Haar creatieve energie kon nu volledig openbarsten en symbiose vormen met haar talent en ervaring. Reinilde heeft steeds een grote bewondering gekoesterd voor het werk van bepaalde grafische kunstenaars uit Tsjechië, en in het bijzonder uit Praag. De Tsjechische grafiek staat al decennia lang internationaal hoog in aanzien omwille van het vooruitstrevende experimentele karakter, de technische en vooral esthetische verfijning. Geregeld ging ze er, en gaat ze nog steeds, galerieën en kunstenaars bezoeken. Ze voelt zich met hen zielsverwant. Ze is eveneens veeleisend voor zichzelf. De combinatie van denkwerk en het bezig zijn met de handen op hoog ambachtelijk en technisch niveau fascineren haar. Ook de technieken van de oude meesters, zoals de mezzotint-techniek, die toelaat gevoelen te leggen in de donkere tinten. Als ik de gevarieerde en verfijnde werken van Reinilde bekijk is het alsof ik meegenomen wordt naar een wereld vol stemming en beweging, maar waar je toch het gevoelen krijgt van balans en evenwicht. Vaak is de voorstelling in het midden verticaal doorsneden, en vormen de cirkel, driehoek of een vierkant een houvast, een landmark. Rustpunten als het ware binnen de dynamiek van de prent. Is het de binnenhuisarchitecte die voor de bezoeker enige ordening en houvast heeft willen inbouwen binnen het onrustige vlak van de monoprint?





Dames en heren, ik beloofde om samen met u op verkenning te gaan in een poging om onszelf toegang te verschaffen tot het wezen van het werk van deze vier kunstenaars. Ik heb getracht mijn indrukken uit te drukken. Het is aan u om u te laten beïndrukken. Ik wens u een boeiende tocht.


Leon Smets















Related Posts with Thumbnails